Zonde twee
Wat is erfzonde?
Matth. 6:11
Vergeef ons onze zonden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren
De condities waaronder we werden geboren zijn een erfenis van Adam en Eva. Natuurlijk zijn we daar niet voor verantwoordelijk, maar we ondervinden er wel de gevolgen van.
Door de zondeval verdween Gods heerlijkheid van de aarde en
dat had enorme gevolgen, waaronder de geneigdheid tot zondigen
die bij elk mens aanwezig is. Deze geneigdheid wordt ook wel
'erfzonde' genoemd en heeft alles te maken met de condities
waaronder we op de wereld kwamen: met een sterfelijk,
kwetsbaar lichaam als 'onafhankelijke' mensen zonder de Gods heerlijkheid, de zegenende aanwezigheid van God en onder
de duistere invloedssfeer van de satan als geestelijk dode mensen
Geboren met een sterfelijk, kwetsbaar lichaam
Ze hadden een volmaakt lichaam dat niet hoefde te sterven.
Ze leefden onder de glorierijke heerschappij, bescherming
en zegenrijke invloed van God. Ze woonden in een
prachtig paradijs, dat een volmaakt
harmonische leefomgeving was.
We zijn geboren uit zondige ouders.
We zijn geboren met een onvolmaakt, sterfelijk lichaam met
erfelijke belastingen waardoor we kwetsbaar zijn voor lichamelijke
en psychische aandoeningen. Sommige mensen worden met ernstige afwijkingen geboren. Toen we geboren werden op de aarde die door
de zonde was ontluisterd en door God was vervloekt, waren we
weerloos en kwetsbaar. Doordat we geboren zijn zonder de
bescherming van Gods heerlijkheid, de zegenende aanwezigheid
van God, hebben verleidingen meer invloed op ons en is
onze weerstand tegen verleiding onvoldoende.
Bron: herschepping.nl
"Door één mens is de zonde in de wereld gekomen
en door de zonde de dood..."
Romeinen 5:12 NBV2004
Geboren als 'onafhankelijke' mensen
Adam en Eva hebben ervoor gekozen om onafhankelijk van God
te willen leven En met die zelfde onafhankelijkheid zijn wij op
de wereld gekomen. Na onze geboorte groeiden we op en raakten
steeds meer bewust van alles wat ons levensgeluk bedreigde.
We begonnen voor onszelf op te komen en het belangrijkste was
dat onze behoeften bevredigd werden. We leerden al heel gauw
dat er maar één belangrijk persoon was: ikke zelf.
Vanuit die basishouding van zelfzucht ontwikkelden zich irritante
gewoonten en toen ons geweten zich meer ging ontwikkelen groeiden
die gewoonten uit tot regelrecht zondige gewoonten.
Als vanzelf.
Geboren zonder Gods heerlijkheid
Bij de zondeval van de mens heeft er een
machtswisseling op de aarde plaatsgevonden.
"We weten dat ... de hele wereld in de macht van de duivel is."
1 Johannes 5:19 GNB1996
"Wordt nuchter en waakzaam.
Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw,
zoekende wie hij zal verslinden." (1 Petrus 5:8, NBG1951)
Vanaf dat moment heerste de satan over de aarde in plaats
van de mens als vertegenwoordiger van God. De heerlijkheid
van God, die de hele aarde vulde, was een noodzakelijke
voorwaarde voor de harmonie die er voor de zondeval was.
De afwezigheid van Gods heerlijkheid en de aanwezigheid
van de duistere invloedssfeer van de satan over de aarde
hebben gezorgd voor een veranderd geestelijk klimaat op
de aarde. Mogelijk met het oog daarop schreef de apostel Paulus:
"alle mensen hebben gezondigd en moeten het stellen
zonder Gods heerlijke aanwezigheid."
Romeinen 3:23 GNB1996
"Want allen hebben gezondigd en
missen de heerlijkheid van God,"
Romeinen 3:23 HSV2010
Zondeschuld vanaf de geboorte?
De Bijbel maakt het overduidelijk dat elk mens op zijn eigen zonden
wordt aangesproken en niet op die van zijn voorgeslacht:
"De vaders mogen niet ter dood gebracht worden om de kinderen,
en de kinderen mogen niet ter dood gebracht worden om de vaders.
Ieder zal alleen om zijn eigen zonde ter dood gebracht worden."
(Deuteronomium 24:16, HSV2010)
We zijn niet geboren met een zondeschuld.
Wel leert de Bijbel dat de slechte invloed
van zondige ouders in het nageslacht kan doorwerken:
"Want Ik, de HERE, uw God, ben een na-ijverig God,
die de ongerechtigheid der vaderen bezoek
aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde
geslacht van hen die Mij haten..."
Exodus 20:5 NBG1951
Zonden die niet worden toegerekend
Een belangrijke verzachtende omstandigheid is de mate waarin
iemands geweten is ontwikkeld, zoals bij onvolwassen kinderen of bij mensen met een verstandelijke handicap. Bij psychisch gezonde kinderen ontwikkelt zich het geweten pas na een aantal jaren. Ik geloof dat degenen, die nog niet 'tot de jaren des 'onderscheids' zijn gekomen naar Gods maatstaven, ook niet schuldig verklaard worden vanwege hun overtredingen van Gods leefregels. In de joodse traditie geldt dat kinderen jonger dan dertien jaar niet verantwoordelijk worden gehouden voor hun daden, maar hun vader. Nadat ze Bar Mitswa hebben meegemaakt, worden ze zelf verantwoordelijk geacht voor hun daden. Deze traditie bevestigt de bovengenoemde grondgedachte. Ook het al of niet kennen van God wil ofwel Gods levenswet speelt daarbij een rol. Jezus zei eens tegen zijn tegenstanders onder de joodse leiders:
"Was u maar blind,' zei Jezus, 'dan zou u zonder zonde zijn.
Maar u beweert dat u kunt zien, en dus blijft uw zonde."
Johannes 9:41 NBV2004
Zonden zijn dus pas toerekenbaar als er voldoende kennis is van
goed en kwaad. De volgende Bijbel gedeelten zeggen daar
ook iets over:
"Wie dan weet goed te doen, en het niet doet,
voor hem is het zonde."
Jakobus 4:17 HSV2010
"... zonder wet is er ook geen overtreding."
Romeinen 4:15 NBV2004
(Iemand doet dus toerekenbare zonden wanneer hij:
een voldoende ontwikkelend geweten heeft en
weet wat men behoort te doen en wat wel en niet mag.)
_______________________
De rust die God geeft
1 Zorg er dus voor dat jullie wél die rust binnengaan. Zorg ervoor dat het niet lijkt alsof jullie achterblijven. Want de belofte dat we in Gods rust kunnen binnengaan, bestaat nog steeds. 2 Het zit namelijk zo: Eerst is het goede nieuws aan hén verteld. Maar ze hebben er niets aan gehad, omdat ze het niet geloofden. Nu is het goede nieuws ook aan óns verteld. 3 Maar wíj hebben het geloofd, en daarom gaan wij die rust wél binnen. Want tegen hen die níet geloofden, heeft God gezegd:
"Daarom heb Ik in mijn boosheid gezworen: 'Nooit zullen zij mijn rust binnengaan.' " En toch ligt zijn plan om hun die rust te geven al klaar vanaf het moment dat Hij de aarde maakte. 4 Want God heeft ergens
van de zevende dag gezegd: "God rustte op de zevende dag van al zijn werk." 5 Maar ergens anders: "Zíj zullen nooit mijn rust binnengaan."
6 Toch zijn er dus mensen die wél die rust kunnen binnengaan. Want
dat is wat God had beloofd. Maar de mensen die het goede nieuws
het eerst hebben gehoord, zijn die rust niet binnen gegaan.
En dat kwam door hun ongehoorzaamheid.
7 Daarom geeft God de mensen een nieuwe kans. En Hij geeft die kans vandaag. Want veel later zegt Hij door David in de Psalmen, zoals hierboven staat: "Als jullie Mij vandaag horen spreken, wees dan niet koppig en ongehoorzaam." 8 Jozua heeft hen kennelijk niet in Gods rust binnengebracht. Want dan zou God later niet hebben gezegd dat 'vandaag' de tijd is gekomen om Gods rust binnen te gaan. 9 Er bestaat dus nog steeds een belofte van rust voor het volk van God. 10 Want wie Gods rust is binnen gegaan, rust zelf ook van zijn werk, net zoals God rustte van zijn werk. 11 We moeten dus goed ons best doen om die rust binnen te gaan.
Want als we ongehoorzaam zijn, zullen we die rust mislopen.
Net zoals het volk Israël die rust misliep door zijn ongehoorzaamheid.
Want het woord van God is vol leven en kracht. En het is scherper dan het scherpste zwaard. Het dringt zó diep in ons door, dat het ziel en geest van elkaar kan scheiden. Het laat ons zien wat er in ons is, al zit het nóg zo diep verborgen. Het brengt onze diepst verborgen gedachten en plannen aan het licht.
13 Niemand kan zich voor God verbergen.
Alles wat we zijn en doen, is zichtbaar voor God.
En we zullen tegenover Hem verantwoordelijk zijn
voor alles wat we hebben gedaan.
Hebreeën 4:1-13 Bron:
We worden niet beoordeeld op grond van wat we
niet weten, maar op grond van wat wij wèl weten.
"Wanneer namelijk heidenen, die de wet niet hebben,
de wet van nature naleven, dan zijn ze zichzelf tot wet,
ook al hebben ze hem niet. Ze bewijzen door hun daden dat
wat de wet eist in hun hart geschreven staat;
en hun geweten bevestigt dit..."
Romeinen 2:14-15 NBV2004
"... Welzalig is hij van wie de overtreding vergeven,
van wie de zonde bedekt is. Welzalig de mens wie
de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent..."
Psalm 32:1-2 HSV2010
Deze pagina is een onderdeel van de website: "godgelooftinmij"....... |